woensdag 31 januari 2007

Hè? Wat???

Valencia. Tijdens een Formule1-weekend werk ik langs de baan met professionele oordoppen. Een headset die is aangesloten op de portofoon. Daarmee kan ik communiceren met mijn collega's en hij beschermt mijn gevoelige oortjes tegen de ondragelijke herrie van de racerij.
Speciaal voor de cameraman is er een goed sluitende koptelefoon met platte schelp aan de rechter kant. Met de camera op je schouder is het zo mogelijk om nog in de viewer te kijken en ben je toch beschermd tegen het kabaal.
wwwwwwWWWWWWOOOOOOAAAAAMMMMmmmmmmmm!
Er zijn liefhebbers die dit geluid mooi vinden en met opzet hun oren bloot stellen aan het geweld van de geluidsgolven. De tsunami van dB's is schadelijk, dus die mensen zijn gek.
Dat bleek vandaag, toen ik met eenvoudige gele schuimpjes op de pitwall stond. Betere gehoorbeschermers hadden we even niet tot onze beschikking. De voorbij knallende Ferrari's, Renaults en Mc Larens produceerden zoveel lawaai dat het pijn deed.
Wat?
Dat het pijn deed.
Het verhaal doet de ronde dat een beroemde manager een beetje doof is geworden van het racegeraas. Gesprekken met hem voer je twee keer. Om de drie lettergrepen vraagt hij of je de zin wil herhalen.
Hè?
Ik ben daar een keer zo melig van geworden dat we hem zijn gaan nadoen. Heel erg flauw en een beetje gemeen. Je moet er bij zijn geweest, maar neem van mij aan dat we later hard gelachen hebben om de hilarische spraakverwarringen. B2 van Bassie en Adriaan was er niets bij.
Als de manager iets niet goed hoort legt hij een hand achter zijn oor, maar meestal helpt dat niet. Toch heb ik ook wel eens gedacht dat de man Oost-Indisch doof is. Wat hij niet wil of hoeft te horen, dat hoort hij niet. Alle belangrijke teksten pikt hij op een of andere manier wel op.
Het is een beetje zoals ik thuis met mijn vriendin communiceer. Zij verwijt mij ook dat ik met een half oor luister. Misschien moet ik haar maar uitleggen hoe slecht mijn werk is en dat ik een deel van mijn gehoor ben kwijtgeraakt in de pitstraat.
Wat?
In de pitstraat!

Volgende keer gebruik ik weer goede gehoorbescherming bij de Formule1. Die gele propjes zijn leuk, maar ze helpen niet voldoende.
Hè? Wat???
Niet voldoenduhhhh!

Giedo van der Garde, vlak voor zijn carrière door de geluidsbarrière zou gaan...

dinsdag 30 januari 2007

de kop los

Valencia, Spanje. Ik word oud. Was al conservatief en de combinatie van die twee maken het lastig om hip te draaien. Nu al.
Toen ik net in Hilversum kwam kijken begreep ik niet waarom mijn NOB collega's op leeftijd zich niet konden aanpassen aan de stijl van filmen, die in de jaren '90 gangbaar was. Schuin, snel en van de schouder, ze vonden het niks. Amper twaalf jaar later loop ik zelf al tegen de grenzen van mijn aanpassingsvermogen op.
Voor de tweede keer in een week vraagt een regisseur aan mij om wild te draaien. Doe ik dat, is het nog niet gek genoeg. Ze willen MTV, maar dan 'vetter' en vooral sneller. Tegenwoordig duren shots nog geen halve seconde. Daarin moet het beeld trillen, zoomen en van onscherp even scherp worden. Zippen en zappen met een ontregelde camera. Contrast er uit, shutter aan, progressive scan en met de verkeerde kleurinstellingen.
Ik ga het hier niet uitleggen, maar neem van mij aan dat iedere serieuze cameraman hier een tikkeltje nerveus van wordt. Wij hebben geleerd om ons werk zo goed mogelijk te doen. Nu krijgen we opeens de opdracht om ons aan te passen aan de filmische kwaliteiten van een mongool met ADHD én parkinson.
Het is de amateur-video tot kunst verheffen. Dat geen beweging op het juiste punt uit komt, dat dondert niet. Het schijfje met de ruwe opnamen ziet er verschrikkelijk uit. Je hoopt vurig dat het alleen bekeken wordt door de regisseur die heeft gevraagd om het zo te draaien, met de wijze woorden: 'Alles wordt opgelost in de montage!'
Het resultaat is een filmpje met epileptische aanval opwekkende shots. Spiffy, gaaf, te gek en vet cool. Hierbij is de openingsscène van Saving Private Ryan slaapverwekkend.
Kortom we hebben vandaag gewerkt aan de leadershots voor een nieuw Formule1 programma. Al mijn principes overboord. De regels van compositieleer en oude televisiewetten zijn voltooid verleden tijd. Het los laten bleek nog behoorlijk lastig. Pas aan het eind van de dag was de creatieve geest naast me tevreden. Kennelijk draai ik normaal gesproken zeer behoudend.
Stiekem hoop ik dat deze hype snel over waait of dat ik toch wat vaker gevraagd wordt voor de programma's van Max. Misschien wordt het tijd om alvast een kamer in het bejaardenhuis te boeken.

maandag 29 januari 2007

IB 8834

Barcelona. De piloot legt keurig uit dat iedereen het toestel moet verlaten. In het Spaans. Wij zijn de enige twee passagiers aan boord die niet in de gaten hebben dat er technische problemen zijn. We zaten net lekker. De overige elf reizigers staan op, pakken hun handbagage en lopen richting uitgang. Er zit niets anders op dan volgen.
We zijn in Barcelona, op weg naar Valencia. Of we onze bestemming deze avond nog zullen bereiken is opeens de vraag.
In de vertrekhal horen we, na een minuut of tien, dat er een andere kist voor ons klaar staat. Het lijkt mee te vallen. Voor we aan boord stappen zie ik dat de bagage wordt ingeladen. Toch gaan de deuren niet dicht als iedereen al lang, maar niet breed, zit.
De stewardessen, die zijn meegekomen uit het defecte vliegtuig, drentelen onrustig bij de ingang. Stoere Spanjaarden in fluoricerend gele hesjes staan op het platform en in de cockpit is het een komen en gaan van mannetjes. Het lijkt er op dat er ook iets mis is met dit toestel.
Weer spreekt de piloot ons toe. Dit keer in onverstaanbaar Engels. We moeten onze spullen pakken en voor de tweede keer deze avond terug naar de vertrekhal. Inmiddels beginnen de dertien reizigers te mopperen. Is dit toeval of willen ze gewoon niet vliegen met zo weinig passagiers?
Langzaam wordt het wachten vervelend. Het grondpersoneel kan ons niet veel vertellen. Ze proberen een ander vliegtuig te regelen. Zeggen ze. Ik geloof niet dat wij vandaag nog in Valencia zullen komen en hou rekening met een nacht op het vliegveld van Barcelona. Al dan niet in een hotel.
Na een kwartier komt er duidelijkheid. Er is een derde toestel. We gaan opnieuw in de bus. Die brengt ons naar een plek waar we eerder waren. Ik weet zeker dat we terug zijn bij het eerste vliegtuig. De stewardess beweert bij hoog en laag dat dit een andere kist is. Het zal mij ook worst wezen, als we maar gaan.
Uiteindelijk vertrekken we ruim een uur te laat. Nu is het de vraag of de bagage meegekomen is. Een biertje in de hotelbar zal er niet meer in zitten. Het wordt een korte nacht, maar morgenvroeg word ik wakker in Valencia.

zondag 28 januari 2007

sirius

Amsterdam. In Amsterdam-Noord, niet ver van de IJ-Kantine en de NDSM-werf ligt het Greenpeace actieschip de Sirius. Vanmiddag liep ik er toevallig langs en realiseerde me dat we tegenwoordig veel minder van de milieuorganisatie horen dan een jaar of 20 geleden. Of ligt dat aan mij?
De kleine Rein was groot Greenpeace fan. Milieu vond ik een interessant woord, maar het ging mij vooral om de acties tegen jacht op zeehondjes of walvissen en de spectaculaire zeeslagen tegen het dumpen van radioactief afval. Foto's en video-opnamen van het werk van Greenpeace spraken mij erg aan. Ik heb me ooit heilig voorgenomen om later, als ik groot was, ook een actievoerder te worden.
Op de basisschool heb ik spreekbeurten gehouden over Greenpeace, ik ben jaren donateur geweest (tien gulden per jaar) en ik zamelde geld in door het organiseren van rommelmarkten in de straat.
Ergens in een doos met jeugdsentiment heb ik een informatieboekje over Greenpeace gevonden dat ik in 1985 heb gemaakt. Ik verkocht die gekopieerde boekjes voor één gulden vijfentwintig aan de buren. Volgens mijn eigen tekst op de cover ging daarvan vijfendertig cent naar het goede doel.
Dat boekje is nog gemaakt op de Erica typmachine van mijn vader en de kopjes boven de tekst heb ik gemaakt met ouderwetse wrijfletters. Zo te zien heb ik ook heel wat typ-ex gebruikt. Inhoudelijk heb ik vooral informatiebrochures van de milieuorganisatie overgeschreven. Interessant is de laatste zin: 'Ik blijf thuis, maar help Greenpeace.'

Tegenwoordig doe ik weinig goeds voor het milieu. Mijn Bora is nog steeds niet uitgerust met een roetfilter, ik produceer bergen afval, verbruik schaamteloos energie en gebruik het liefst zo veel mogelijk chemische middelen om het huis schoon te houden. De volwassen Rein is gemakzuchtig geworden.
De Sirius in Amsterdam. Kan die boot me wakker schudden?


zaterdag 27 januari 2007

bol

De Meern. Ze houdt haar buik met één hand vast. Bijna de hele dag en ook 's nachts. Het is meer aaien. Wanneer ik wil mag ik even voelen. Af en toe pakt ze mijn hand en legt deze op haar bolle buikje. Dan trappelt 'ie.
'Hij is wakker!' Zegt mijn vriendin dan enthousiast. Ze heeft het over een hem, omdat de verloskundige dat ook doet. Ondertussen hebben wij geen idee. We willen het nog niet weten. Een jongen of een meisje, het maakt ons niets uit.
'Ja!' Zeggen we tegelijk als daar binnen iets beweegt.
'Voel je het?' Vraagt mijn lief.
Sinds een paar weken wel. Meestal. Soms roep ik te snel of op een verkeerd moment. Het kan ook zijn dat mijn vriendin iets merkt wat ik niet voel.
De zwangerschap is over de helft. Volgens de boekjes kan het kindje ons nu horen. Als we muziek spelen kan het zijn dat de baby later van die zelfde muziek rustig wordt. Ik draai met alle plezier de Rolling Stones nog maar eens. Mijn vriendin trekt liever aan het koordje van een muziekeendje dat straks boven het wiegje komt te hangen. Brahms tingeltangel, 'Guten abend, gute nacht…'
Haar buik steekt een aardig eind naar voren. Inmiddels zijn we aan elkaar gewaagd. Nog even, dan wint mijn vriendin. Zij raakt de bol echter over een paar maanden kwijt. Ik wilde zeggen vanzelf, maar zo vanzelfsprekend schijnt bevallen niet te zijn.
Ik ben benieuwd. In verwachting klopt ons hart.

donderdag 25 januari 2007

wie, wat, waar, waarom, wanneer

Hilversum. Piet Paniek is verslaggever bij een nieuwsrubriek. Hij zit er al jaren en dankzij oorlogen, rampen of ander leed behoort hij tot de BBN (Bijna Bekende Nederlanders). Dit tengere mannetje is de verpersoonlijking van did it, done it. Hij heeft alle T-shirts.
Tot zijn standaard uitrusting behoort een pakje Marlboro. Altijd in de borstzak van een ongestreken overhemd. Bic pen tussen de tanden en telefoon aan een oor.
Het is niet alleen oksellucht en eigendunk die hem zurig maken. Zeiken, zeuren en zuigen, is zijn tweede natuur. Alle grapjes die hij maakt zijn cynisch. Humor ten koste van anderen.
In zijn jonge jaren struikelde hij over zijn ambities. Nu is dat minder, zegt hij. Toch is een dag niet gescoord als een kwartier zonder sigaret.
De sterverslaggever vindt zichzelf erg goed. Hij heeft het graag en vaak over ik. De rest van de wereld is dom of deugt niet.
Ondanks zijn ervaring en routine is hij tijdens het werk onrustig en gestrest. Het neurootje heeft ADHD uitgevonden en verbeterd. Vandaar ook de bijnaam Paniek.
Na al die jaren heeft hij nog steeds geen geduld voor het neerzetten van een lampje of een noodzakelijke tapewissel. Hij haat het statief. Interviews noemt hij quotejes. Die laat het bij voorkeur van de schouder en in natuurlijk licht draaien. Dat is een praktische keuze, want dan hoeft hij niet te helpen met sjouwen. Piet Paniek heeft een hekel aan wachten. Zelf komt hij vaak te laat.
Apparaten doen nooit wat hij wil. De afgelopen jaren heeft hij zeker vijf telefoons stuk gegooid, twee laptops vermoord en dagelijks scheldt hij Tomtom de huid vol. Ook redacteuren, producers, editors en cameraploegen krijgen er regelmatig van langs. Soms terecht, maar meestal niet. Onredelijkheid kent geen tijd.
Als iets mis gaat, ligt het nooit aan Pieter. Hij rijdt nooit verkeerd, stelt de slimste vragen en weet het beter. Deskundigen spreekt hij schaamteloos tegen. Discussiëren met hem is kansloos; hij wint altijd. Noemt zichzelf autodidact en behoort tot de categorie multifunctioneel. Als het moet vliegt hij een Jumbo. De politiek is iets voor hem, hij draait zijn hand niet om voor een chirurgische ingreep, schrijft ooit een bestseller en kan hij beter filmen dan zijn cameraman. Dat laatste is dan ook niet ingewikkeld.
Het is moeilijk bescheiden te blijven, wanneer je zo goed bent als Pieter.

woensdag 24 januari 2007

bartlehiem zien, dan sterven

Tytsjerksteradiel. In Bartlehiem was ik niet eerder geweest. Wel herkende ik het beroemde bruggetje van televisiebeelden. We reden over de smalle weg van Birdaard richting Leeuwarden, parallel aan de Dokkumer Ee.
'Stop!', riep ik tegen mijn collega. Hij stuurde de auto naar de kant en parkeerde bij de oprit van het weiland. Hier werd de sloot in tweeën verdeeld. Ik kon met camera en statief net langs het ijzen hek. In de verte zag ik de houten loopbrug over een zijsloot.
Om een shot te maken sopten we, tot ongenoegen van mijn collega op suède schoenen, door het drassige weiland. Een troep ganzen vloog weg, in de vaart dobberde een fuut en aan de overkant stond een oude boerderij. Door het raam keek iemand naar ons.
Zolang het niet vriest zal er weinig activiteit zijn in deze omgeving.
Op het land lag een flinterdun laagje sneeuw en ijs. De blub er onder was slecht te zien. Tot mijn enkels zakte ik weg. De pijpen van mijn broek zaten al snel onder de modder, mijn schoenen werden ook van binnen langzaam nat. Een penetrante lucht van ganzenpoep en koeienstront zou nog lang aan mijn kleren hangen.
De shots van de beruchte Elfstedenkruising waren snel gemaakt. Een paar vaste beelden, een beweging van links naar rechts en terug. Voor de weblog nog snel een foto geschoten en vervolgens door de bagger terug naar de auto.
Koud!
Gehaast reden we verder. We waren aan de late kant voor een afspraak bij de Bonkevaart. Een paar honderd meter verderop stond het witte plaatsnaambord, met in blauwe letters 'Bartlehiem'. Dat verbaasde me, maar er ging niet direct een lampje branden. Ik bedacht alleen dat ik er een foto van had moeten maken.
Weer iets verder, op de brug over de Oudkerkster Vaart, zagen we het tegelijk. Aan de rechter kant lag het enige echte Elfstedenknooppunt. De geluidsman remde af. Keek naar mij en ik naar hem. Hij keek naar zijn schoenen. Ik zag de modder aan mijn spijkerbroek.
Een klein stukje achteruit. Dat was overduidelijk Bartlehiem. De Finkumer Vaart, het groene bruggetje, de Dokkumer Ee en de Oudkerkster Vaart.
Ik pakte de gedetailleerde kaart en realiseerde me dat we bij Tergracht hadden staan filmen. Het moddergevecht was voor niets geweest.

dinsdag 23 januari 2007

omroepgeld

Hilversum. Je hoeft geen mediagoeroe te zijn om de kluunplaatsen van omroepland te herkennen. Wie met enige regelmaat in de keuken van 's lands actualiteitenrubrieken kijkt, ziet dat er op een schandalige manier wordt omgesprongen met publieke gelden.
Drie programma's hebben ieder een eigen studio. Met personeel. Netwerk heeft zelfs voor de absurde oplossing gekozen om twee identieke studio's te bouwen, op een paar kilometer afstand van elkaar. Zo kunnen de EO en de NCRV ieder vanuit hun eigen pand uitzenden. Lekker belangrijk, zou ik zeggen.
Maar niet alleen die studio's zijn inefficiënt. Wat dacht je van montagesets, cameraploegen, satellietwagens en productieafdelingen. Jaarlijks worden volgens mij miljoenen weg gedonderd, omdat ieder voor zichzelf werkt in Hilversum. Het woord SAMEN hoor je alleen in Sesamstraat.
Op de stormdag, de vorige week, besloten overijverige omroepbobo's om de uitzending van Eén Vandaag te schrappen. Een uur voor aanvang kreeg Het Journaal extra zendtijd en vulde die deels met herhalingen en telefoongesprekken. Bijna alle onderwerpen over de storm die de journalisten en cameraploegen van Eén Vandaag hadden gemaakt verdwenen in de prullenbak.
Niet alleen zonde geld, maar de kijker heeft dankzij dit staaltje eilanddenken ook een minder volledig programma te zien gekregen.
Domme beslissing. Lijkt mij een reden voor ontslag van baasjes. Die blijven echter rustig zitten en strijken topsalarissen op. Ondertussen krijgen de cameramensen en verslaggevers, die deze dag voor niets de storm trotseerden, tot hun enkels in de modder stonden en zo nu en dan een risico namen, steeds minder.
Nog een voorbeeld van verkwisting: Maandag na het ongeluk met dodelijke afloop in Wapenveld draaiden de drie rubrieken én Het Journaal allemaal een reportage over deze tragische gebeurtenis.
Ze spraken dezelfde personen, dus die items leken op elkaar. Los daarvan holden vier verslaggevers, halve redacties en cameraploegen door het dorp. Een rubriek gooide het materiaal weg, omdat ze zagen dat de anderen hetzelfde verhaal maakten. Met één telefoontje in de ochtend hadden ze het ook kunnen weten.

De oplossing is in mijn ogen simpel. Er moet ergens één grote nieuws en actualiteitenvloer komen, met een studio waar vandaan alle actualiteitenrubrieken, Studio Sport én Het Journaal uitzenden. Het samenvoegen van de productieafdelingen van Netwerk, Journaal, Sport, Eén Vandaag en NOVA kan een enorme besparing opleveren.
Je begrijpt dat het niet mijn bedoeling is om dat geld in de zakken van omroepbazen te steken of om het terug te geven aan de belastingbetaler. Wat mij betreft gaan die programma's dan juist weer meer geld uitgeven aan onderzoekjournalistiek, aan draaidagen, buitenlandreportages of montage.
Maar een beetje overleg over onderwerpkeuze en het delen van faciliteiten is het minste waar ze mee kunnen beginnen. Het zijn niet de verslaggevers die hier moeilijk over doen, maar omroepen, directeuren, managers, coördinatoren, teamleiders en hoofden van afdelingen.

Bij de commerciële omroepen gniffelen ze mij iets te hard om de problemen van de gesubsidieerde zenders. Daar is het ook niet allemaal koek en sopie.
Twee ijsdansprogramma's op één avond is van een oud Hollandse dommigheid waar je U tegen zegt en iemand als John de Mol blijkt in zijn eentje in staat om evenveel knullige besluiten te nemen als alle publieke omroepbaasjes bij elkaar. Het feit dat hij Land van Maas en Geel geen echte kans gaf is op zijn zachtst gezegd vreemd, maar een serieus praatprogramma laten presenteren door types als Bridget Maasland en Cees Geel, dat is pas echt een reden om de hoogste baas van Tien te ontslaan.

maandag 22 januari 2007

Zwette

Oosterwierum. De zonsondergang vanaf de Dilledyk, met uitzicht op de Zwette in de richting van Bozum en Sneek. Dit is op de route van de Elfstedentocht.
Vanavond was het in Friesland -2 graden celcius.
De voorzitter en de ijsmeester heb ik samen gesignaleerd in de omgeving van de Bonkevaart. Nog een paar nachtjes vriezen en dan komt hier op de Sneekertrekvaart, in alle vroegte, die grote meute schaatsenrijders voorbij.
Geloof me: It giet oan!

zondag 21 januari 2007

modefabriek

Amsterdam, RAI. Dé beurs voor modeprofessionals.
Hip, trendy. Fashion!
Clothing. Collection summer 2007.
Industries.
Catwalk models. DJ. Show. Backstage. Styling. Make up.
Beautiful. Girl, lookin good.
Medium, small, smaller.
Styliste.
Flash.
Strike your pose. Photo.
Picture print.
Made by ego.
Essentials.
Underground movement. Visual experience.
Casual. Fashion items.
Time out. Sandwich. Feel free!
Brand.
Design.

Waarom heet de Modefabriek nog modefabriek en niet The Fashion Factory?


zaterdag 20 januari 2007

pilot

Amsterdam. Heel Hilversum piekert zich suf, in de hoop een nieuwe Big Brother te bedenken. We zoeken massaal naar een kijkcijferhit met internationale mogelijkheden.
Het is leuk om over formats na te denken. In mijn laptop staan tientallen halve ideeën die het verdienen om een keer rustig uitgewerkt te worden. Wat dat betreft zou het goed zijn als ik een keer een been breek. Dan heb ik tijd om te werken aan de opvolger van 'Wie is de mol?'
Mijn voorkeur gaat uit naar spectaculair amusement in het genre van Peking Express, de Mol, Expeditie Robinson, Wanted en Op Jacht naar de Schat. Leuk om naar te kijken en te gek om te maken. Vandaag heb ik ontdekt dat producent Park Lane en de AVRO wat dat betreft goud in handen hebben.
In stormachtig Amsterdam hebben we geprobeerd de pilot te filmen voor een nieuw format. Het lukte niet zoals we wilden, want de helikopter mocht niet boven de stad vliegen. Schiphol had deze aanvliegroute nodig vanwege de wind. Dus hebben we niet meer dan een uitgebreide test gedaan, maar ik ben super enthousiast.
Over de inhoud kan ik helaas niets zeggen, want in Omroepland werken niet alleen lieverdjes. Wat ik zag was spectaculair en vernieuwend. Spannend ook. Visueel sterk. Televisie met een hoofdletter. Inhoudelijk niet eenvoudig, maar interessant. TV zoals TV gemaakt moet worden.
Het was goed dat we een deel hebben kunnen testen. Er kwamen belangrijke pijnpunten boven water, want het is een buitengewoon complexe productie. Veel camera's en een ingewikkelde logistiek. Meer kan ik niet zeggen.
Mag niet en wil ik niet.
Voor het eerst in tijden heb ik weer eens interessante discussies met collega's gevoerd over het draaien van een eigentijds programma. Over stijl, instellingen, bewegingen en tempo. Ik ontdekte dat een aantal opvattingen zo in mijn systeem zitten dat ik ze moeilijk overboord gooi. Het is leerzaam om eens met nieuwe vrienden te werken.
Ik hoop dat we binnenkort de echte pilot kunnen draaien en dat alle beslissers bij de AVRO net zo enthousiast zijn als ik. Ze moeten met een grote zak geld over de brug komen, maar dan beloof ik dat ze het volgend jaar hun eigen Televisier Ring winnen, het Gouden Beeld, een Emmy en de Gouden Roos.
Dit format heeft alles in zich om uit te groeien tot een internationaal succesnummer. Ik denk dat we iets neer kunnen zetten waar zelfs de BBC jaloers op is.
Nieuwsgierig? Ik zeg niks.

Een kleine waarschuwing aan de mensen van Park Lane. Als ze het wagen dit programma te maken zonder mij, dan sta ik niet voor de gevolgen in en vallen er misschien zelfs doden. Dit moet ik meemaken!

vrijdag 19 januari 2007

NOB Fieldproduction

Hilversum. Ergens in 1995 liep ik voor het eerst alleen in de garage van NOB Fieldproduction, onder het Reportagecentrum op het MediaPark. Het was al laat, bijna alle auto’s stonden binnen. Ze waren gespoten in de grijs-zwarte NOB huisstijl en op de achterkanten stond met witte letters TELEVISIE.
Ik was anderhalf jaar cameraman en kreeg bij Field een stoomcursus, omdat het Sportjournaal uitbreidde van twee naar drie ENG’s per een dag. Die avond had ik meegelopen met Jan Eeckelaert, die me leerde hoe je een voetbalwedstrijd in beeld brengt met één camera.
Werken voor het Nederlands Omroepproduktie Bedrijf was een jongensdroom die uit kwam. Een paar jaar eerder had ik nog suikerzakjes met NOB logo gejat bij een opname van Wie Ben Ik en die had ik in mijn Lokale Omroep plakboek geplakt.
Nu stond ik in de Fieldgarage en had ik net een van die vele ENG-wagens geparkeerd. Volgens mijn herinnering heb ik de tijd genomen om rustig tot me door te laten dringen dat ik eindelijk in Hilversum werkte. Ik had het geschopt tot cameraman ENG bij de landelijke televisie. De toegang tot die garage was voor mij het definitieve bewijs.

Er is veel veranderd. De Renault Espace is vervangen door Peugeots en het is tegenwoordig niet verstandig om al te groot TELEVISIE op je voertuig te schrijven. Daar heb je in grote steden eerder last dan voordeel van. Betacam SP is bijna uitgestorven en XDCAM lijkt voorlopig de norm, hoewel Digital Betacam nog erg populair is. De LDK-491, waarop ik in de jaren ’90 heb leren werken is inmiddels een museumstuk.
Field ging samen met Camco. De gloriejaren waren voorbij en het bedrijf moest reorganiseren. We kregen de onhandige naam CamCompany, maar al een paar jaar later krabden we de stickertjes weer van onze materialen. Het werd DutchView ENG.
Onze thuisbasis is al vijf jaar de Hilversumse Arendstraat. Daar waren de huurprijzen lager dan op het MediaPark. Ik zeg 'waren', want inmiddels is besloten dat we terug gaan naar onze oude vertrouwde Fieldgarage. Omdat het goedkoper is…

Vanmiddag kreeg ik een rondleiding in ons voormalige én toekomstige bedrijfspand. De verhalen borrelden gelijk boven en ik moest denken aan mijn NOB-debuut in 1995.
Als ik toen, dromend in die garage, van een geest had gehoord dat ik het zou schoppen tot cameraman in de Tour de France, bij Olympische Spelen, Boudewijn Büch, Klokhuis, Jules Unlimited, diverse documentaires en Formule1, dan was ik zeker van mijn geloof gevallen. Twaalf jaar later ben ik duizenden prachtige projecten verder. De wereld meerdere keren rond. En als we over een maandje verhuizen naar het MediaPark, is ook dat cirkeltje weer rond.

donderdag 18 januari 2007

knofje

Hilversum. Het tyfoonseizoen is begonnen. Brandweermannen zijn naar Tokio gekomen, omdat de pannen van het dak waaien. Het blauwe zwaailicht reflecteert in de ramen. Binnen, in het restaurant, jongleert een olijke kok met een vlijmscherp harikirimes.
Voor mijn neus staat Kappa Maki en ik pruts met een stokje wat wasabi in de sojasaus. De zus van Yoko Ono vraagt of ik nog iets wil drinken. Omdat ik nog door de wind moet bestel ik verstandig, maar flauw een spa lood.
Bij Cinevideo krijgen de collega's een mooie rugzak, wij gaan met z'n allen eten op kosten van de baas. Jammer dat het gezelschap behoorlijk is uitgedund door noodweer. Toch is het aardig om eens rustig en ontspannen met collega's rond de bakplaat te zitten en over andere zaken te spreken dan werk.
Ik hoor voetstappen op het dak. 'Zitten we hier wel veilig?' vraag ik aan Yoko, die nog maar een glas spa vol schenkt. Ze moet om mij lachen. Antwoord krijg ik niet.
Kokkie werpt een eitje toe. Hij schiet het als het ware van een soort plamuurmes in mijn richting en het is de bedoeling dat ik het met mijn mond opvang. Het ligt meer aan mij, dan aan de behendige Japanner dat het ei op mijn schoot beland.
Onbeperkt eten voor een bepaalde prijs is een methode die in Nederland werkt. Alle mannen aan tafel doen hun best om ook kwantitatief waar voor het geld te krijgen. Zo ontdek ik weer eens dat Japans eten verrukkelijk is, maar dat je er gemakkelijk te veel van neemt.
Met een opgeblazen gevoel sta ik aan het eind van de avond in de wind. De brandweer is inmiddels met loeiende sirenes vertrokken naar een omgewaaide boom. Ik kijk naar het dak van Tokio, maar zie niets.
Denkend aan de hoeveelheden knoflook die in de hapjes zijn verwerkt, weet ik al dat het thuis geen intiem avondje meer zal worden.

woensdag 17 januari 2007

kassa

Vleuten. Ik ben vast niet de enige die zich bij de kassa van de supermarkt stoort aan vrouwen (het zijn altijd vrouwen) die eerst betalen en dan pas beginnen met het inpakken van een lading boodschappen. Liefst op hun dooie gemak. Dit type dromer toont totaal geen respect voor de neurotische medemens.
Mij hoor je niet over de chaos van door elkaar rakende boodschappen. Het gaat om de tijd die het wachten op notoire treuzelaars kost. Zeker als er twee van dit soort voor je staan. Soms zelfs met elkaar kletsend. De rij wordt langer en geen kassière kan nog efficiënt werken. 'Kassa bij' kost geld en dus drijven niet georganiseerde huismoeders de prijzen op. Het zijn volgens mij dezelfde figuren die terug komen als er vijf centen teveel zijn aangeslagen.

De kassabon, nog zoiets. Hoeveel kilometer papier draait bijvoorbeeld Albert Heijn er op jaarbasis doorheen? Het merendeel van de klanten frommelt het bonnetje zonder kijken tot een propje en dondert het achteloos weg.
Vóór het printen aan klanten vragen of ze de bon willen inzien is geen moeite. Wereldwijd scheelt het misschien wel een regenwoud, dus als we toch op de kleintjes letten…

dinsdag 16 januari 2007

en er was licht

De Meern. Een cameraman heeft in de basis te maken met twee soorten licht. Daglicht en kunstlicht. Daglicht is over het algemeen koeler dan kunstlicht. Een belangrijk gegeven voor de kleurinstellingen van een camera.
Film je bij daglicht met de instelling voor kunstlicht, dan wordt het beeld 'koel' en in het ergste geval te blauw. Omgedraaid krijg je bij kunstlicht een 'warm' plaatje als de camera nog op standje zonlicht staat. Met als gevolg gele shots.
Het wordt pas ingewikkeld als je te maken krijgt met de combinatie van beide. In zo'n geval gaat de verstandige of onzekere cameraman 'witten'. Hij houdt dan een stukje wit papier voor de lens en drukt een schakelaar onder het optiek omhoog. Daarmee zegt hij als het ware tegen het apparaat: 'Dit is wit!' en de slimme camera kan dan uitrekenen hoe alle andere kleuren onder die lichtomstandigheden moeten zijn.
Handycams zijn allemaal uitgerust met een zogenaamde automatische witbalans. De nieuwste professionele camera's hebben ook zo'n functie, maar een echte cameraman houdt graag de touwtjes in eigen hand. Net als diafragma en scherpte. Automaten doen ook dingen die je niet wil en dat is slecht voor continuïteit en creativiteit.
Om deze basiscursus kleur en licht nog een stapje ingewikkelder te maken moet je weten dat een cameraman door een zwartwit-zoeker kijkt. Zo kan hij scherpte en contrast beter beoordelen, maar het lastige is dat hij zijn kleurinstellingen niet kan controleren zonder monitor. Dat houdt het ook een beetje spannend. Als je geconcentreerd je werk doet en weet waar je mee bezig bent, is er niets aan de hand.
Toch zie je met name bij nieuws en actualiteitenprogramma's dat cameramannen in de haast af en toe de mist in gaan. Meestal in situaties waarbij een ruimte wordt verlicht door kunstlicht, maar waar ook grote ramen zijn. Of op dagen met een plotseling doorbrekende zon.
Is een shot iets te geel dan is dat eenvoudig te corrigeren in de montage. Te blauw echter is dodelijk, hoewel moderne montagecomputers wonderen kunnen verrichten. Bij nieuwswerk is daar helaas nooit tijd voor.
Zo komen we op een persconferentie waar ik deze week stond met een stuk of vijf collega's die, allemaal voor een ander station, quotes van een burgemeester moesten hebben.
Ik koos voor de veilige weg, ging aan de kant van het raam staan en draaide op daglicht. Liever iets te warm, dan te koel. Ik had alleen geen rekening gehouden met de cameralampjes van de videoboeren naast me. Op het moment dat de burgemeester begon met spreken klikten zij vol kunstlicht in zijn gezicht.
De grootste eikel was een vidioot die zijn lampje aan klikte en weer uitzette wanneer het hem uit kwam. Dat de continuïteit van licht bij alle andere camera's in de zaal daardoor wezenlijk veranderde interesseerde deze egoïst blijkbaar niet. Of erger; de kneus had het niet eens in de gaten. Nieuwscameramensen blinken over het algemeen niet uit in sociaal gedrag.
's Avonds heb ik de verschillende programma's eens bekeken. Het verschil was schokkend. De burgemeester was op de ene zender ongezond bleek en op een ander station zo rood dat je een monteur naar zijn zonnebank zou willen sturen.
De kleur van mijn plaatje was precies goed. Een mazzeltje dus. Ik had me voor niets druk gemaakt. Toch is het verrassend dat het blijkbaar onmogelijk is om even een paar afspraken met elkaar te maken.

maandag 15 januari 2007

boven op het nieuws

Wapenveld. In één klap beroemd.
Nieuws gieren duiken er gelijk bovenop. Dit verhaal zit vol drama. Er is sprake van ruzie om een meisje, onverantwoord rijgedrag en twee kampen in het Gelderse dorp. Ze zeggen…
Ietwat hijgerig zoekt de redactie naar familie, vrienden, bekenden of anderen met een mening. Liefst exclusief. Als het kon zouden ze ook de boom spreken. De journalistiek wil alles weten. Haast zonder gene, dol op details.
Iemand heeft oma aan de lijn. De ander belt met overburen. Omgekeerd zoeken heet dat.
Waarschijnlijk graven meer redacties van radio, tv, internet, kranten en tijdschriften in het privé van mensen die wel iets anders aan hun kop hebben. Drie man dood, meisje in coma.
Het nummer van de ouders van een slachtoffer komt boven water. Bellen of er op af? Zonder schaamte grijpt een redacteur de telefoon. Nieuws is nieuws. Het moet! Hoort bij het vak. Alles onder het motto: Als wij het niet doen, dan doet een ander het.
Maar die doen het óók.
Vader wil niet.
Oma ook niet.
Gemeente belegd een persconferentie.
De politie reageert vanmiddag pas.
Zijn er meer buren?
We moeten die andere vader hebben. Die heeft al gereageerd, dus de kans bestaat dat hij meer wil zeggen. Als de man wil rukken we uit.
Niet? Misschien kunnen we toch even zonder camera aanbellen. Als hij dan iets gaat zeggen, halen we de ploeg er bij.
Stille tocht. Geroutineerde journalisten haten stille tochten, maar daar komt wel iedereen bij elkaar.
De redactie werkt aan meerdere mogelijke onderwerpen tegelijk. Lijntjes uitzetten. Die gehavende boom is echter hét nieuws van de dag. Dat is groot, dus het moet. Alle kranten hebben het op de voorpagina, dus…
Regionale omroep proberen. Misschien hebben zij bruikbaar beeld, namen of zelfs telefoonnummers? Een goed idee.
Vastberaden doorgaan, al wil niemand. Echte pitbulls onderscheiden zich van gewone journalisten. De beslissing om mensen en middelen te sturen is eigenlijk al genomen. Desnoods gaan we live.
Die jeugdwerker wil niet. Of toch?
Over een uur begint de persconferentie.
Gaan!
Net als NOVA, Netwerk, Omroep Gelderland, Een Vandaag, Het Journaal, Hart van Nederland en RTL Nieuws.

Parkeerterrein bij de Hubo in Wapenveld, vanavond. RTL, SBS, Een Vandaag
en Het Journaal vormen samen een tijdelijk TV Compound.

zondag 14 januari 2007

buiten spelen

De Meern. Sneeuwde het maar…
Vlak achter ons huis begint de zogenaamde Romeinenzoom. Een groenstrook, waar archeologen een paar jaar geleden een origineel Romeins schip hebben opgegraven. Het park moet nog worden aangeplant. Wel is er inmiddels een wandelpad. De wilgen zijn geknot en sinds kort is er een ideale sleeheuvel.
Vanmiddag speelden daar een stuk of vijf kids. Zonder jas.
'Meneer, waarom maakt u foto's?'
'Omdat ik fotograferen leuk vind.' Riep ik terug.
Ik was even een ommetje aan het maken. Meer om met de nieuwe camera te spelen dan voor een frisse neus. Het was lekker om even buiten te zijn.
Die kinderen waren een ideaal onderwerp. Als ze mij nu maar niet zagen als een vieze man of zo.
'Staan wij nu ook op de foto?' Vroeg een van de mannetjes. Hij had een stok in zijn hand.
'Jazeker!' Antwoordde ik. Veel zin in discussie had ik niet, dus ik wilde al doorlopen.
'Ik wil niet op de foto!' Riep het enige meisje. Ze draaide zich van mij af. De anderen op de heuvel vonden dat stom.
'Wat maakt dat nou uit?' Zei de jongen met stok. 'Jou vader maakt toch ook vaak foto's.'
Daarop reageerde de jongedame gevat: 'Precies! Daarom.'
Ik was uitgespeeld, zwaaide en liep verder. Ondertussen overpeinzend of mijn kind ook een hekel zal krijgen aan de vele fotomomentjes.


zaterdag 13 januari 2007

defect

Utrecht. Aan het eind van de drukke winkeldag prutst een mannetje aan de betaalautomaat. Hij verwijst bezoekers van de parkeergarage naar een ander apparaat bij de uitgang. Daar staat inmiddels een lange rij.
Het Open NK Mopperen is begonnen. Mensen in alle geuren en kleuren willen liefst zo snel mogelijk dit hol van beton verlaten. Ze dragen tassen vol boodschappen. Enkelen zijn richting uitgang gereden, maar er kan geen auto meer uit.
Deze automaat doet het ook niet.
Vooral dames worden onrustig. Een pittige tante drukt op de groene knop van het uitrijdpaaltje en voor iemand kan reageren begint ze in plat Utrechts te schelden. Die zit. Het helpt in ieder geval niet; de parkeerwacht heeft nu helemaal geen zin meer om van zijn stoel te komen.
Onder Vredenburg wordt de polonaise van wachtende langer en langer. Iemand vraagt zich af of er nog een oplossing zal komen. Ik moet om haar lachen.
Dankzij deze weblog erger ik me tegenwoordig minder en kan ik enorm genieten van andermans boosheid. Het maakt me zelfs rustig. Overal zie ik een verhaal. Het opschrijven van irritaties werkt bovendien louterend.
Deze scène zou een prima uitgangspunt kunnen zijn voor een korte film. Chaos! Honderden mensen opgesloten in een naar benzinedamp ruikende, donkere parkeergarage.
Tuthola draaft naar de automaat waar ik vandaan kom. Haar zoontje van vijf moet in de rij blijven om hun plaats te bewaken. Een beetje angstig doet hij wat zijn moeder opdraagt. Papieren zakken van dure winkels worden aan zijn voeten gestald.
Ik wandel rustig achter de tiktiktik-hakjes aan. Meer uit nieuwsgierigheid dan uit oplossingsgerichtheid. Haast is zinloos in dit gekkenhuis. Bovendien ben ik benieuwd wanneer het uit de hand loopt.
De rij staat tot bovenaan de trap. Bij dit apparaat is iets mis met het mechanisme voor papiergeld. Chippen of contant accepteert de betaalautomaat nu wel.
Ik hoor volwassen mensen klagen dat ze meer moeten betalen, omdat ze al zo lang wachten. Welkom in Nederland. Iemand drukt op de informatieknop en krijgt de parkeerwacht weer aan de lijn. Die is niet getraind voor dit soort situaties en reageert onhandig.
Het duurt even, bij verschillende types slaan de stoppen door, maar uiteindelijk lukt het afrekenen.
Twee jongens in een Golfje ontsnappen door heel dicht achter een andere auto langs de slagboom te rijden. Het gaat net goed. Als ik daarna naar buiten rijd staat er nog steeds een lange rij klagende landgenoten bij het betaalpunt.
Heerlijk, dat Oudhollands zeuren en schelden op zaterdagmiddag. Het was weer een ontspannen weekend…


vrijdag 12 januari 2007

Elfsteden of Dakar

Bozum. Hoe dingen mooi bij elkaar kunnen komen.
De voorzitter van de Elfstedenvereniging is van Bolsward naar Ghana gefietst. Henk Kroes vertelt zijn verhaal aan vrienden en bekenden in het bovenzaaltje van café de Boazumer Mjitte. Op een scherm projecteert hij een indrukwekkende fotoreportage.
Het was monstertocht. 10.000 kilometer in drie maanden. De fietstocht voerde deels over hetzelfde traject als de Dakar rally. Henk laat een moskee in de binnenlanden van Afrika zien, waar toeristen niet langer welkom zijn sinds de rally er heeft huisgehouden.

En zo kom ik bij mijn vrienden die ondertussen op weg zijn naar Senegal. Het heeft er enige tijd naar uitgezien dat ik mee zou gaan met Dakar 2007, als derde man in de persauto van Team MAN. Dan was ik nu niet in het Friese Bozum, maar ergens in Mauritanië.
Ik volg de columns over de rally die Olav en Jack op het internet schrijven en kijk af en toe naar de programma's op RTL7, waaraan Mathijs, Patrick, Onno en Dylan werken. Deze week had ik kortstondig sms-contact met een van de mannen in de woestijn. Dakar is een evenement dat op mijn 'things to do lijstje' staat, maar ik vind het niet erg dat ik gewoon in Nederland ben.

Ik heb vanavond heerlijke zuurkool gegeten bij de familie Kroes en luister naar de avonturen van een groep fietsers in het Fries. Het is goed te volgen. Zijn unieke foto's verdienen een plek in een mooi boek. Zo'n fietstocht is specialer dan de geldverslindende rally.
Kroes refereert aan een reis naar Dakar voor Novib, die hij in 1996 heeft gemaakt en wijst naar mij. De cameraman achter in de zaal was er bij. Ik was dus al eens in Dakar. Die reis was mijn eerste grote buitenlandklus en ruim tien jaar later hebben Kroes en ik het er nog over.
Dakar en de Elfstedentocht. Een vreemde combinatie, maar deze avond komt het een paar keer samen. Kroes geeft aan dat hij niets met de rally heeft. Ik hoor zijn verhalen over culturen in Afrika en vraag me af of mijn vrienden in Mauritanië het ook zo beleven. Wat zou ik van die race gevonden hebben als ik er bij zou zijn?
Het programma waarvoor ik deze avond draai gaat over de tocht der tochten. Autosportfreaks moet ik teleurstellen, dat is in mijn ogen ook niet de woestijnrally, maar natuurlijk de Elfstedentocht. Helaas regent het in de woestijn en beleven wij een tropische winter.

Klunen of Hindeloopen?

donderdag 11 januari 2007

persvoorlichter

Amersfoort. Als je belangrijk bent, word je bijgestaan door een voorlichter. Het zijn vaak reporters op leeftijd, die meer regelmaat in hun leven willen. Na een journalistieke carrière verkopen ze hun huid duur aan de overheid of grote bedrijven en tegelijkertijd gooien ze hun principes overboord.
Persvoorlichters, pr-medewerkers en communicatieadviseurs, het zijn geen mannetjesmakers, maar praatjesmakers. Ondanks een vermeende deskundigheid bevorderen ze in mijn ogen zelden de uitwisseling van informatie. Vaker lijkt het er op alsof ze journalisten als de vijand zien.

Neem ons interview met een burgemeester uit een slechtnieuwsgemeente. De man kon zichzelf prima redden. Op mij kwam hij verstandig over. Hij was vriendelijk en betrokken. Wat hij te zeggen had sneed hout en voor zover ik het kon beoordelen wist hij prima hoe ver hij zou kunnen gaan.
Niets aan de hand. Kort en krachtig.
Alleen om hem heen drentelde een ambitieuze dame, die zichzelf wel had voorgesteld, maar haar functie was vergeten toe te lichten. Zij ging dus over de communicatie.
Die juffrouw keek verschillende keren in de zoeker van mijn camera. Op mij kwam dat niet geïnteresseerd, maar controlerend over. Alsof ze me niet vertrouwde. Bovendien vraag ik me af of een voorlichter iets te zeggen heeft over het shot, als die er al verstand van heeft.
Ze wilde vooraf de vragen weten. Iedere professional weet dat journalisten niet graag hun kaarten op tafel leggen. Bovendien is een en ander meestal doorgesproken voor de geïnterviewde toezegt.
Ik heb ooit een communicatiemedewerker over de vloer zien tijgeren om in het zicht van de interviewer te komen, omdat deze vragen stelde over een verboden onderwerp. De geïnterviewde was er echter zelf over begonnen. Ik was er bij toen een voorlichter explodeerde tijdens een gesprek, omdat hij vond dat er zogenaamd gemene vragen werden gesteld. De professor die de antwoorden formuleerde kon zich prima redden en gaf dat ook direct na de ontploffing aan.
Onze dame gaf toestemming om te beginnen met het interview. Later bleek dat zij niet eens de voorlichter is van de burgemeester die wij spraken, maar ze gaf een gastoptreden. De dame hoorde bij de locatie en niet bij de man.
Toch vond ze het nodig om na afloop nog haar stempel te drukken en dus weerhield ze ons van het maken van een noodzakelijk snijshot. Geen loopje, want de dame vond dat altijd 'zo dom'. De burgemeester liet het gebeuren en daarmee werd de verslaggever gedwongen om confronterend archiefmateriaal te gebruiken. Dat was voor de gast minder gunstig, maar dat kon deze pr-tante natuurlijk niet bedenken.

In mijn ogen doet een goede voorlichter niet meer dan adviseren buiten beeld. Dus niet waar journalisten of cameraploegen al bij zijn. Als ze zo goed op de hoogte zijn van de werking van de media, dan weten ze ook dat veel journalisten een hekel hebben aan voorlichters. Toch doen ze vaak weinig aan hun eigen pr.
Ik kom helaas te vaak voorlichters tegen met een groot ego, die denken dat ze grip hebben op het nieuws. Ze willen bepalen wat er wel en wat er niet gevraagd mag worden. Voorlichters die denken een politicus, directeur of sportman te beschermen, maar juist het tegendeel bereiken door journalisten tegen zich in het harnas te jagen.
Vandaag heb ik weer een mooi voorbeeld gezien.

dinsdag 9 januari 2007

schande, grote schande

Hilversum. Ik moet hier even iets kwijt. Frits en Daniel verzieken de markt. Twee fotografen die opeens ook in filmpjes handelen. Het moet niet gekker worden.

Ik ken Frits uit de pits. Vond het een ontzettend aardige vent en was altijd zeer te spreken over zijn fotowerk. Hij heeft me in mijn eerste Formule1 jaar enorm geholpen. Gratis en voor niets kreeg ik duizenden praktische tips. Als ik voor Olav een shotje moest maken van een mij nietszeggend onderdeel aan een Ferrari of McLaren, kwam Frits even bij me staan en wees hij het aan. Gratis en voor niets.
Lange tijd heb ik gedacht dat we een soort van vriendjes waren. Op moeilijke momenten dronken we samen paddockcappuccino's of keken we broederlijk naar pitspoesbillen. Als het nodig was huilden we uit op elkaars brede schouders of stevige buikjes.
Later leerde ik Daniel kennen. De andere helft van het beroemde fotoduo. Frits is Bassie en Daniel zijn Adriaan. Op het eerste gezicht twee zeer geschikte mannetjes. Ze hebben een buitengewoon aardige weblog op
www.fritsvaneldik.nl en noemen dat Webpost! Zo ben ik ooit op het idee gekomen om mijn dagboek op een eigen blog te publiceren. Om eerlijk te zijn dacht ik: Wat zij kunnen, kan ik ook.

En nu hebben zij precies dezelfde gedachte gehad. Ze hebben hun werkveld vergroot en zitten opeens ook in de filmpjesbusiness.
Het resultaat van hun eerste project heb ik kritisch bekeken en dat baart me serieus zorgen. Als ik de firma Endemol was, zou ik nu met samengeknepen billen zitten. Eyeworks kan wel inpakken. IDTV, Blue Circle, Media Republic, Palazzina en al die anderen zijn verleden tijd. John de Mol, als je dit leest, ga iets anders doen met je fortuin!
De firma Carver heeft een wereldzet gedaan door de firma FvE Producties in te schakelen en zit voor een dubbeltje op de eerste rang. Ik weet zeker dat velen zullen volgen.
Het zou mij niets verbazen als Spyker al het plan heeft opgevat om Frits en Daniel in te schakelen, Flavio Briatore door ING onder druk wordt gezet om hetzelfde te doen en volgens bronnen wil de NASA zo'n steengoede promo voor een nieuw te bouwen type Spaceshuttle.
Ik ken Frits en Daniel goed genoeg om het geheim achter deze stunt te kunnen ontrafelen en omdat zij zich zomaar op de videomarkt begeven, durf ik hun succesvolle recept prijs te geven:
Ze hebben 's werelds aller aller beste zelfregisserende cameraman ingeschakeld. Waarvoor dan wel weer hulde!

maandag 8 januari 2007

standby

De Meern. Op de eerste echte maandag van het nieuwe jaar ben ik standby. Een dienst die niet populair is, maar het hoort bij een volwaardig cameramannenbedrijf. Je mag thuis wachten tot je eventueel nodig bent. Alles waar je aan begint kan hinderlijk onderbroken worden. Zo voelt het dus om brandweer te zijn.
Om de vijf minuten kijk ik op het display van mijn telefoon, uit angst dat ik een oproep gemist heb. Bij de bakker houd ik het apparaatje in mijn hand. Thuis lees ik snel de krant tot blijkt dat ik tijd over heb.
Als er iemand ziek zou zijn had ik het nu wel geweten. Het wachten is op een extra klus of groot nieuws. Ik kijk naar Teletekst en zie niets bijzonders.
Het belangrijkste bericht van de ochtend komt uit mijn eigen bedrijf. Ik bel en bel en bel met collega's en krijg ondertussen de indruk dat ze me vandaag niet nodig hebben. Misschien kan ik me beter thuis nuttig maken. De klusbroek aan! Alle andere kleren leg ik klaar bij de trap, zodat ik in geval van nood snel kan uitrukken.
Met de telefoon in de buurt schuur ik een kastje. Belden ze maar, dan was ik verlost van dit pokkeklusje. De lijnen blijven angstvallig stil. Ondertussen schiet ik aardig op. Dat dan weer wel.
Mijn vriendin kan tevreden zijn.
Het is altijd rustig in januari. Winterstop. Omroepland komt langzaam weer op gang. Verrassend ook dat veel programma's juist in deze tijd een pauze inlassen.
Ik heb gelukkig niet te veel van dit soort diensten. Ben liever aan het werk. Of vrij.
Alles of niets.
Deze dag gaat voorbij. Standby zonder paniek.

oude man

De Meern. In de Volkskrant staat dat Mart Smeets het Sportjournaal niet meer mag presenteren, omdat hij te oud is voor Nederland 3. Ik had al zoiets gehoord, maar als het in de krant staat is het waar. Toevallig heb ik deze week met de oude man mogen werken (voor het Sportjournaal) en op basis van die dag en eerdere ervaringen heb ik een niet objectieve mening.
GELUL!
Mart Smeets noemt zichzelf een krakkemikkige oude man en is een brombeer. Hij heeft een ego van hier tot Tokio en terug. Kan irritant zijn, stuurs en soms lastig voor zichzelf en de mensen in zijn omgeving. Dat is allemaal geen nieuws. Persoonlijk heb ik welgeteld nul slechte ervaringen met de man.
Het is een vakman; uniek in zijn soort. Koning van de improvisatie en een van de weinigen in Hilversum die een zwaar live-programma zonder autocue aan kan. Wat ze in Engeland en Amerika een echte anchorman noemen.
Je houdt van hem of niet. Een overdosis Smeets kan verschillende vormen van irritatie veroorzaken, maar vertel mij eens wie een programma als Sportzomer in de Tour de France beter kan presenteren dan Smeets.
Wat mij betreft krijgt Dione de Graaff alle kansen van de wereld. Als dat een argument is om Mart een stapje terug te laten doen, dan zeg ik prima, maar noem nog eens vijf potentiële opvolgers. Oké vier! Drie? Twee…
Het kan toch niet waar zijn dat de Publieke Omroep zo slordig om springt met haar boegbeelden. Ben nou toch eens zuinig op deze oudjes die nog steeds in staat zijn om een groot publiek te bereiken en die bovendien de vakkennis hebben waar geen jongeling aan kan tippen. Gebruik ze op de juiste manier. Luister naar deze wijze oude mannen!
Ik heb het al eerder geroepen, maar kennelijk luistert niemand naar mij: Geef iemand als Mart Smeets een cameraman en zendtijd. Laat hem zijn eigen programma maken. Geen talkshows meer, maar een reisprogramma met reportages. Werktitel: 'De Fascinaties van Mart Smeets'. Ik weet zeker dat je makkelijk 20 afleveringen van een half uur vol krijgt en dat er een groot publiek voor is. Mijn part niet op Nederland 3, maar op 2 of 1.
Mart tevreden, kijker tevreden en wellicht de hoofdredactie van Studio Sport en de netmanager ook. Voor het idee hoef ik geen geld…

zaterdag 6 januari 2007

viltstift

Melick. Met Daphne kan ik lezen en schrijven. Het is een van de drie nichtjes van mijn vriendin. Ze is zes en toekomstig fotomodel.
Terwijl we wachten op frietjes met zuurvlees maakt Daphne een tekening. Dat wil zeggen dat ze keurig binnen de lijntjes kleurt en creatief haar materiaal kiest. Randen doet ze met viltstift, de grote vlakken met wasco. In blokletters schrijft ze onder de bloem: VAN DAPHNE.
Ze is nieuwsgierig als ik een stift pak en iets op de achterkant van mijn papieren placemat krabbel. Letter voor letter leest ze:
DAP-NE
L-EE-S-T
D-I-T
EN Zzzz-E-G-T
HA HA HA
Ze moet keihard lachen. Gelukkig is er nog iemand die zoveel plezier heeft om mijn flauwe humor. Nu pakt zij de rode viltstift en schrijft een boodschap voor mij op een stuk papier.
REIN IS GEK EN ZEGT HA HA HA.
Ik schrijf: DAPHNE IS TOEKIE TOEKIE en weer heb ik de lachers op mijn hand.
REIN IS OOK TOEKIE TOEKIE, schrijft Dahpne.
Het verbaasd mij dat ze al zo goed kan lezen en schrijven, maar volgens haar moeder is dat heel normaal voor kinderen van die leeftijd. Volgens mij was ik niet zo leergierig op die leeftijd en al helemaal niet bereid om op mijn vrije zaterdag nieuwe woordjes te leren.
Ik moet van Daphne meer schrijven.
DAPHNE HEEFT OP HAAR NEUS EEN RODE STIP.
Ze spelt het. Langzaam wordt duidelijk wat op de achterkant van het bierviltje staat. Ze leest de zin nog een keer, maar nu sneller. Dan kijkt ze me ongelovig aan. Voor ze kan zeggen dat het helemaal niet waar is wat ik geschreven heb, druk ik de punt van de viltstift op het puntje van haar neus.
'Hey!', zegt ze verontwaardigd met een zwaar Limburgs accent. Opeens is schrijven te omslachtig. Daphne pakt een paar stiften, loopt om de tafel en slaat genadeloos toe.
Oog om oog, tand om tand.
'Wat jij kan, kan ik ook!'

vrijdag 5 januari 2007

goed begin, half werk

Sint-Oedenrode. Worstenbroodjes in Sint Oedenrode. UCI voorzitter Pat McQuaid spreekt op een nieuwjaarsreceptie. Voor een interview met de preses van de wielerunie is Mart Smeets opgetrommeld. Na een bewogen wielerjaar, met dopingrellen en geruzie met organisatoren van de grote ronden, valt er genoeg te halen.
Het is mijn eerste klus in 2007. Ik sta te klooien met licht alsof ik er jaren uit ben geweest. Bij binnenkomst in de haast een laffe keuze gemaakt qua witbalans en nu twijfel ik of de continuïteit van licht belangrijk is of de kleur van de belangrijkste toespraken. Twijfel.
Het is een vol tl-zaaltje met aan twee kanten ramen die deels verduisterd worden door lamellen. Op het oog lijkt kunstlicht in de meerderheid, maar de kleurtemperatuur blijkt na controle koeler dan gedacht. Zeker het spreekgestoelte staat in blauw licht. Ik ga nat met het standje 'preset kunstlicht', maar we zijn al een eind op weg. De verslaggever zal de beelden aan het begin van het bandje zeker niet overslaan om mij een plezier te doen.
Ik kies half en baal van mezelf. Het is het lot van een cameraman. Je moet in een split second kiezen en kan daar vaak niet meer op terug komen. Ik doe het toch en maak er een potje van.
Het statief staat een verdieping hoger, omdat ik dacht dat we van de toespraken niet meer dan een paar shots nodig hadden. Mis. Het heeft nieuwswaarde en dus draai ik bijna alles van de schouder. Waarom had ik niet de scherpte om even een lampje neer te zetten en mijn statief er bij te halen?
Beginnersfouten.
Naast me staat de cameraman van lokale omroep Sint Oedenrode. Hij heeft zijn zaakjes wel voor elkaar. Deze vrijwilliger draait dan ook niet met een verslaggever waar je geen 'nee' tegen zegt. Niet dat ik Mart de schuld wil geven; ik heb mezelf gek gemaakt en zit nu met de gebakken peren.
Murphy is er ook.
In een klein zaaltje maken we een opstelling voor het interview. Lampje, stoelen, monitor erbij. Alleen is er een gebrek aan stopcontacten en verlengsnoeren. Het zijn de praktische problemen van een cameraploeg in actie. De gast komt al binnen.
Ik struikel over mijn eigen snoeren. Tot overmaat van ramp doet een van de drie lampjes het niet. De heren zitten al klaar. Smeets kijkt me verwachtingsvol aan. De geluidsman rekt tijd met het opspelden van microfoontjes. We zijn ongeveer tegelijk klaar.
Band loopt.
Shit, shot toch net niet helemaal lekker. Stoppen lijkt mij geen optie, zo storend is het ook niet.

Na een smakelijke lunch staan we rond half twee weer op de stoep. We hebben voldoende materiaal voor een interessant verhaal. Er zijn pikante uitspraken gedaan waar ook buitenlandse omroepen interesse voor zullen hebben. De vakman Smeets was ouderwets op dreef. Technisch zal het uiteindelijk meevallen, maar of dit nou het spetterende begin van een nieuw visueel jaar is?

jack

De Meern. Toen ik in september 2000 mijn Formule1 debuut maakte was Jack Plooij pitreporter. Hij deed het nog niet lang en fungeerde op dat moment als invaller. Allard Kalff stopte en zo werden Jack en ik een setje in 2001. Inmiddels hebben we 43 races overleefd.
Vandaag heeft RTL bekend gemaakt dat Allard Kalff vanaf het volgend seizoen weer het vaste maatje van Olav wordt. Voor Jack is er geen plaats en dat vind ik jammer.
Over ontelbare avonturen in het paddock, in de pits, in restaurants, in jumbo's of hotels kan ik een dik boek schrijven. Misschien doe ik dat nog een keer, want de verhalen zijn soms hilarisch.
Ik denk aan het gooien met chocolade eieren tijdens een paasweekend in Italië of het dodemansritje, samen, op een oranje crossmotor door Monaco. Volslagen debiele acties in Japan, waarbij we mensen de stuipen op het lijf joegen of juist een tribune met duizenden fans zo gek kregen om voor ons te applaudisseren. De vlucht in een Canadees watervliegtuig of samen fiks aangeschoten in de pantry van de business class op weg naar Maleisië. Een avond voor de Grandprix van België onverantwoord stappen in Maastricht.
Wat hebben we vaak gelachen.
Voetbalhumor in de pits met rijders, persdames en monteurs. Hij heeft daar ontzettend goed contact met iedereen. Van teambazen tot truckies. In het paddock is Jack populair. Zonde dat daar geen gebruik van wordt gemaakt, want het is een eersteklas teamplayer die je om een boodschap kan sturen.
Onze lunches achter de motorhomes zal ik het meest missen. Zo'n rustmomentje hadden we bijna iedere Grandprix, minimaal een keer. Liefst bij de dames van Williams. Vlak voor een live-uitzending nog snel iets naar binnen werken. Meestal pasta zonder franje en een colaatje. Als we wilden konden we ook in de luxe hospitalitytent eten, maar het was leuker en gezelliger om backstage een hapje te bietsen bij de lieve dames in de keuken. Ook zij zullen het jammer vinden dat Jackie niet meer komt buurten.

Jack is een vriendje geworden. Onze vakanties zal ik zeker missen. Ik hoop dat slimme omroepbazen hem ergens een gouden kans geven. Wie weet dat we dan toch nog af en toe samen van ons werk een feestje kunnen maken.


donderdag 4 januari 2007

1997

De Meern. Bloednerveus. Zeker een kwartier te vroeg zocht ik naar de beste positie. Een oude LDK-491 op mijn schouder. Voor de vierde of vijfde keer controleerde ik alle schakelaartjes en maakte ik een nieuwe witbalans. Die camera had de neiging een groenig plaatje te maken en dat kon ik op het historische moment niet gebruiken.
Ik was drie jaar cameraman en dit was met stip het spannendste moment in mijn carrière tot dan toe. Nooit eerder hadden 11 miljoen mensen naar mijn werk gekeken. Het was bovendien mijn eerste bijdrage in een door Martijn Lindenberg geregisseerd programma. Ik wilde graag goede sier maken.
Het was druk achter de streep. Cameraploegen, fotografen en verslaggevers. Ik stond er met verslaggever Rob Labree en geluidsman Arend-Jan Dimmendaal. Onze opdracht was een interview met de nummer twee. Live zouden ze de winnaar volgen en wij moesten zo snel mogelijk beeld aanleveren van een verliezer.
In de verte kwam een zwerm helikopters langzaam dichterbij. De stress onder fotografen en cameramannen nam toe. Voor me stond Peter Bakker aan de kabel. Hij had met spijkers van een paar oude gympen een soort spikes gemaakt. Handig, maar zijn demonstratie maakte mij nog nerveuzer. Ik kon me zonder grip niet snel verplaatsen.
Direct na de legendarische woorden 'It geat on!' had ik de planning gebeld met de mededeling dat ik nooit meer iets voor ze zou doen als ze mij niet naar Friesland stuurden. Hoewel ik niet kan schaatsen lijd ik namelijk aan een hevige vorm van Elfstedenkoorts. Het was al jaren een droom om mee te mogen werken aan het NOS verslag van dit evenement.
In voornamelijk nieuwe winterkleding stond ik op de Bonkevaart. Gehaast had ik nog termondergoed, een skibroek en een paar stevige schoenen gekocht. Op mijn hoofd had ik een groen petje.
De sprint tussen Hulzebosch en Angenent kon ik vanaf mijn positie niet goed zien. Ik was stiekem voor de gekke Erik. Die deed het goed in de media. Van Angenent had ik niet eerder gehoord. Toch won, zoals bekend, de laatste. Hulzebosch was hevig teleurgesteld en reed hard voorbij.
In het shot van de finishcamera kan je mij zien omdraaien. Ik probeerde met een mix van sloffen, schuifelen en rennen zo snel mogelijk bij de nummer twee te komen. Het petje waaide van mijn hoofd. Ik zag het wegvliegen, keek heel even om, maar er was geen tijd om er achteraan te gaan.
We kwamen bij Hulzebosch die op een bankje ging zitten. Hij kon wel janken. Hoofd in zijn handen. Inmiddels werd hij omringd door een groep fanatieke fotografen en cameramensen. Het was dringen en duwen. Erik zelf vroeg of het iets rustiger kon. Toen hij zat was Rob de eerste die hem een microfoon onder de neus drukte.
Volgens mij ben ik zelf met het bandje naar de regiewagen gelopen. Niet veel later werd het fragment in twee delen uitgezonden.

We hebben die dag meer gedaan, maar de reactie van de verliezer was onze belangrijkste bijdrage. Velen kunnen zich dit tv-moment nog steeds voor de geest halen. Het is alweer tien jaar geleden.

woensdag 3 januari 2007

druk

De Meern. Nesteldrang is een stom woord. Zo mag ik het plotseling opgekomen regelgedrag van mijn vriendin dan ook niet noemen. Toch is haar haast wonderlijk. Jan des Bouvrie is minder met interieuren bezig.
Ik moet een oude kommode schuren en schilderen. Het liefst gisteren. Op dat kastje heeft haar moeder nog gelegen. Zij en haar broers zijn er mee groot geworden. Voor onze baby verdient het meubel een lik verse verf. Dat is mijn werkje, want moeders mag geen gevaarlijke dampjes meer inademen. Ze laat mij stikken.
Vandaag naar het gemeentehuis om de ongeboren vrucht te erkennen. Op bewijzen zat de dame van burgerzaken niet te wachten. Een kopie van onze paspoorten en een krabbel bleken voldoende. Ik hoop dat ik uiteindelijk ook de echte Vader A ben en dat er geen klein negertje uit komt. Niet dat ik iets tegen negers heb, maar…
Goed.
Na het officiële werk, het kind krijgt straks mijn achternaam, op naar de IKEA. Nu de kommode haar oorspronkelijke taak weer krijgt, hebben we een kastje nodig voor de slaapkamertelevisie. Björn, Bennie, Frida en Agneta bekeken, maar uiteindelijk hebben we gekozen voor het beroemde model LACK, dat volgens mij menig studentenkamer opvrolijkt.
Thuis het rek in elkaar geschroefd. Het ophangen doe ik binnenkort met een handig vriendje, want alleen boor ik scheef. Ondertussen is de slaapkamer gerestyled. Bed aan de juiste kant voor het baren en vooral draden van telefoon en antenne weggewerkt onder plinten. De gordijnen zijn gewassen en gekrompen. Daar gaan we een oplossing voor bedenken.
Het things to do-lijstje wordt met de dag langer. Box lenen, buggy uitzoeken, autostoeltje kopen, kraampakket (whatever that may be), de beroemde gym, pretecho, bedje en kommode schilderen. Vandaag heb ik begrepen dat alles een maand eerder klaar dient te zijn dan ik dacht. Kan je ook ouderschapsverlof opnemen vóór de bevalling?

dinsdag 2 januari 2007

wieberen

Maarssen. 'Wiebe, kom eens hier!' Het toontje van de jonge moeder klonk geïrriteerd. Ze riep haar zoon niet voor het eerst tot de orde.
'Wie-buhhhh!'
Het kereltje ging als een wervelwind door het volle postkantoor. Stond iets te wild aan een molentje met folders te draaien, terwijl zijn moeder, bijna aan de beurt, nog in de weer was met het tellen van geld. Het was zaterdagochtend en half Maarssen wilde oude muntstukken inwisselen voor Euro's.
'Wiebe. NIET DOEN!'
Wiebe luisterde niet.
'Wiebe!'
Hij keek niet eens naar zijn moeder. Alle mensen in de lange rij wel. Ze had een rood hoofd. Misschien rozig van de kou buiten, boodschappenstress voor Nieuwjaar of schaamde ze zich voor Wiebe?
'Wie-be?' Ze riep het nu smekend. Het maakte allemaal niets uit. Ze kon doen wat ze wilde; de duivel leek niet te temmen. Hij verdiende een draai om zijn oren, maar de corrigerende tik is uit de mode en wie durft dat in een overvol postkantoor. Bovendien moest ze Wiebe dan eerst nog te pakken krijgen. Het zag er naar uit dat zijn conditie beter was dan die van zijn boze moeder.
'Wiebe. Hierrrrrrrr!'
Hoeveel uitroeptekens kan je gebruiken in een paar minuten? Als ik in de schoenen van het jongentje stond zou ik ook niet meer onder de indruk zijn. Hij drukte zijn natte lippen tegen een glazen vitrine.
'Wiebùùùùùùùùùùùùh…'
Nu was Wiebe de commando's beu. Hij stierde richting uitgang en riep luid en duidelijk naar zijn moeder: 'Ik ga weg en ik kom nooit meer bij jou terug!'
Weg was Wiebe.
Alle aanwezigen in het postkantoor moesten grinniken.
'Die is wieberen', zei iemand zachtjes. Sommige ouders hadden nog enig medelijden met zijn moeder. Ik dacht dat ze in aanmerking zou kunnen komen voor een van de vele opvoedprogramma's op tv. Precies op dat moment sprong de rode klok boven de balie op nummer 51. Het nummertje in de hand van de moeder van Wiebe.

maandag 1 januari 2007

leve het leven

De Meern. Ik kijk over mijn schouder naar het afgelopen jaar en zie het ene hoogtepunt over het andere struikelen. Professioneel was 2006 top. De Olympische Winterspelen, Tour de France en Formule1. Een zelf geschreven aflevering van Het Klokhuis, de theaterregistratie van Scherp Blijven en de documentaire over MS patiënt Chris Veraart, waarvan ik oprecht hoop dat we er nog lang aan mogen werken. Stuk voor stuk projecten die ik mijn leven niet zal vergeten, al word ik zo dement als een deur.
Maar het hoogste hoogtepunt van het jaar is met (roze)stip de productie van een baby in de buik van mijn vriendin. Inmiddels 19 weken onderweg.
Belangrijker nog is de wonderlijke verandering in mijn kop, die alles te maken heeft met het krijgen van een kindje.
Een jaar geleden, -wat zeg ik?-, een half jaar geleden twijfelde ik sterk over de kinderwens. Wat mij betreft stond niet vast dat het krijgen van een kindje mijn leven leuker zou maken. Wat wil je, als je avonturen zich al op Mount Everest-niveau afspelen?
Nog steeds weet ik niet zeker of het mij nóg gelukkiger kan maken, maar ik begin er langzaam wel in te geloven. Het kan toch niet waar zijn dat al die jonge vaders in mijn omgeving liegen. Als ik zie hoe blij mijn vriendin is met haar zwangerschap, dan kan ik niet ontkennen dat er iets moois gebeurt.
Maar ik ben vooral verbaasd over mijn eigen onderbewuste ik. Inmiddels heb ik een droomklus afgezegd voor het voorjaar van 2007. Ik houd er serieus rekening mee dat werk dit jaar op een tweede plan zal staan en ben dagelijks bezig met de buik van mijn vriendin.
Vanmorgen heb ik Zwitsalolie op de bolling gesmeerd. Ik praat tegen de baby en leer hem nu alvast de tekst van Satisfaction. De ambitieuze Rein verandert in rap tempo en wordt een beetje een suffe, maar oh zo betrokken papa.
Als ik nog een keer over mijn schouder kijk en zoek naar de twijfels over het vaderschap, dan zijn ze ver weg. Ik kan ze bijna niet meer zien. Dat is gek, want ze waren nogal heftig.
Bijna helemaal verdwenen. Kwijt gemaakt door MOEDER natuur.

Deze week was ik in de Sixtijnse Kapel, stond onder de beroemde handen van God en Jezus, geschilderd door Michelangelo, en ik keek diep in de mooiste blauwe ogen die ik ken. De leukste vrouw op aarde keek me aan en ik wist het zeker. Het wordt misschien anders, maar 2007 heeft alles in zich om een top jaar te worden.

Leve het leven in tweeduizendzeven!